De Daslook (Allium ursinum) is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae). Het is een vrij zeldzame soort in België en Nederland. De soort is in Nederland wettelijk beschermd.
De soortsaanduiding ursinum (= van de beren, Ursus = beer) is ontstaan door het oude bijgeloof dat beren na hun winterslaap zich eerst aan deze plant tegoed deden. Dit is er ook de oorzaak dat de plant af en toe ook berelook wordt genoemd. De naam daslook kan afgeleid zijn van dassen, die vroeger onder deze planten hun hol hadden.
De ovale bladeren zijn 3-5 cm breed, donkergroen en parallelnervig.
De zuiver witte bloemen hebben zes witte bloemdekbladen en zijn in losse bolvormige schermen gegroepeerd. De plant bloeit van april tot juni, soms tot juli. De plant wordt 30-40 cm hoog. De plant groeit vaak in groepen en trekt door de sterke uienlucht snel de aandacht. De bloem bevat zes meeldraden en een driedelige stamper. Deze zijn omgeven door zes breed ovale bloemdekbladen. De zaden zijn zwartbruin.
Daslook in de ondergroei van een bos in het Mecsekgebergte.
De plant komt voor in heel Europa (met uitzondering van het Middellandse Zeegebied), Klein-Azië, de Kaukasus, en in Siberië tot Kamtsjatka. De plant groeit bij voorkeur in schaduwrijke loofbossen met een humusrijke, vochtige, kalkhoudende ondergrond. De grond is bij voorkeur kalkrijk, zodat de plant ook in de duinen voorkomt. De plant komt in de duinen voor tussen Den Haag en Bergen. Verder komt de soort voor in de hellingbossen in het Mergelland van Zuid-Limburg. Ook op het landgoed 'de Reehorst' in Driebergen (UT) komt het voor.
De plant werd reeds in 1608 door de Vlaamse botanicus Dodonaeus beschreven in zijn Cruydenboeck.
Als de plant nog niet bloeit kunnen de bladen rauw fijngehakt gebruikt worden in salades en in soepen. Ze hebben een bieslook-, uien- of knoflooksmaak. Vooral de bladeren ruiken bij het verwrijven naar knoflook en uien. In Duitsland geniet daslook sinds enkele jaren een grote populariteit en wordt verwerkt bijvoorbeeld tot pesto en marinades en in onder meer brood ('Bärlauchbrot') en kaas. In dorpen in en om het Mecsekgebergte in Hongarije worden eind maart of begin april daslook-festivals (medvehagyma-fesztivál) georganiseerd, waarbij daslook in vele varianten verwerkt in de maaltijd worden aangeboden. Bij het verzamelen van de bladeren bestaat het gevaar van verwisseling met bladen van andere planten, zoals lelietje-van-dalen, gevlekte aronskelk en herfsttijloosdie giftig zijn. Jaarlijks vallen er slachtoffers door deze verwisseling.
Ook honing van daslook wordt gewonnen als deze plant in zeer grote hoeveelheden voorkomt. In Hongarije in het gebied van het Mecsegebergte wordt de honing als bijzonderheid verkocht.
De bloemen zijn prima op vaas te houden, maar rekening moet gehouden worden met de sterke uiengeur.
In tuinen wordt de plant een afweermiddel tegen katten gebruikt, omdat deze dieren niet veel op zouden hebben met de sterke geur.